Het archeologisch onderzoek in de centrumstraten van Wervik werd uitgevoerd in opdracht van Stad Wervik, naar aanleiding van de vernieuwing van het rioleringsstelsel. Om de hinder voor het verkeer en de omwonenden tot een minimum te beperken werd het onderzoek gefaseerd, tussen november 2011 en september 2013, uitgevoerd. Concreet werd elke straat volledig afgewerkt en vernieuwd, alvorens gestart werd met de opgraving van de volgende straat.
Hoewel de wijze van uitvoering heel wat beperkingen met zich meebracht, konden toch verschillende interessante bevindingen gedaan worden met betrekking tot de indeling van de vicus in de Romeinse periode. Door de situering van de verschillende aangelegde sleuven werd immers een volledige doorsnede gemaakt door de veronderstelde ligging van deze vicus. O.a. kon vastgesteld worden dat de vicus waarschijnlijk een grotere oppervlakte had dan tot op heden werd gedacht.
Wat de noordelijke grens van de vicus betreft, suggereert de aanwezigheid van enkele Romeinse kuilen in de Duivenstraat dat de begrenzing zich vermoedelijk nog iets verder in noordelijke richting situeerde. Wat de zuidelijke begrenzing van de vicus betreft, is het interessant om te wijzen op de aanwezigheid van verschillende Romeinse kuilen net ten noorden van de Sint-Medarduskerk (werfbegeleiding) en in het zuidelijke segment van de Nieuwstraat. De opgravingsresultaten suggereren dat de zuidelijke grens nog iets dichter bij de Leie gezocht moet worden. De afwezigheid van Romeinse sporen op de site van de Pardoen lijkt er op te wijzen dat de grens zich tussen de site van de Pardoen en tussen het zuidelijke uiteinde van de Nieuwstraat situeert.